Monique Smit is dus echt wel een betere muzikant dan Wagner

Richard_Wagner_by_Caesar_Willich_ca_1862Als je de levens van de Volendamse Monique Smit
(1989 – heden) en de Duitser Wilhelm Richard Wagner (1813-1883) naast elkaar legt, zie je opvallend veel parallellen. Zo zitten ze allebei in de muziekbusiness.
De één is daar echter aanmerkelijk succesvoller in dan de ander. In dit artikel staat dan ook de vraag centraal: ‘Hoe kan het dat Wagner absoluut niet kan tippen aan het talent van Monique Smit?’

wagnersmit
foto Smit: Roy Beusker©. Portret Wagner: Cäsar Willich®

Eerste indruk
Eerste indrukken zeggen natuurlijk niet alles, maar als je Wagner (rechts) en Monique Smit (links) alleen nog maar ziet, is al vrij snel duidelijk dat er in de rechterpink van de Volendamse meer muzikaal vakmanschap schuilt dan bij de Wagner in z’n hele lijf.

Waar Monique Smit een zekere raciale superioriteit uitstraalt, heeft de natuur Wagner slechts uitgedost met een weifelend baardje, een gemeen loerend stel haviksogen en een neus die het midden houdt tussen een aubergine en een bloederige burgeroorlog. Gelukkig voor ‘Swag’-ner was er in zijn tijd nog nauwelijks kennis over de zogenaamde X-factor. Dat kwam in Duitsland namelijk pas ergens rond 1933 im Schwung. Wagner zou het overigens goed gedaan hebben in die tijd, daar hij er totaal niet voor schuwde om volop de antisemiet uit te hangen. Iets waar je Monique Smit toch minder snel op zal betrappen.

Een ander voldongen biologisch feit is dat Wagner dood is en Smit nog volop met beide benen in het leven staat. Over de doden niets dan goeds, maar als het gaat om wie het het verst schopt in de jaartelling, is het dus al keihard 1-0 voor de Nederlandse.

Dan de muziek, want dat is uiteindelijk toch het belangrijkste. Het repertoire van Monique Smit bestaat voor een groot gedeelte uit ‘Palingsound’, een zeer geapprecieerde zijtak van de Nederpop. Maar eigenlijk is het andersom: Monique Smit is in haar eentje bijna allesbepalend voor Palingsound. Het contrast met Wagner is groot: Wagner mocht graag klassieke opera’s schrijven, maar daarmee was hij slechts één van de vele in zijn tijd. Zijn stempel erop drukken zoals Smit doet op de 21e eeuw, dat is Wagner dus nooit gelukt.

Inhoud
De werken van Smit kenmerken zich doordat ze makkelijk in het gehoor liggen. Terwijl je het refreintje nog niet eens hebt gehoord, weet je na het couplet vaak al waar de muziek naartoe zal gaan, en vaak klopt dat voorgevoel. En dan fluit je het zo mee. ‘Blijf je vanavond’ uit 2008 is een goed voorbeeld van een typisch Smit-esk nummer.

Na de eerste frisse heldere pianogeluiden begint Smit te zingen over klamme handen en fantasieën, en dat doet ze met verve. Typerend voor dit nummer is het achtergrondkoortje vanaf 1:05. Dit engelengezang, opgebouwd uit enkele briljante majeurakkoorden, verovert moeiteloos een plekje in je hart en later ook je hoofd, als blijkt dat je het er niet meer uit krijgt. Is dat niet precies wat goede muziek kenmerkt? Dat je jezelf opeens erop betrapt dat je het zit te fluiten op je werk?

Overigens; in de bijbehorende clip is ook zichtbaar dat Monique Smit uiterst bedreven is in lachen en dansen, dingen die je Wagner maar zelden in het openbaar zag doen. Van Wagner is bekend dat hij slechts één keer heeft moeten lachen. Dat was toen zijn collega-componist Georges Bizet aan kwam kakken met de opera Carmen, en Wagner uitproestte ‘Wie noemt zijn opera nou Carmen?! Er zijn toch al zat mensen in de wereld die Carmen heten?’

Wagner is een lul
Dan nu het repertoire van Wagner. De Duitse componist heeft een schier eindeloze lijst aan composities achtergelaten: libretto’s, toneelmuziek, orkestwerken, nummers voor piano’s, koren… Hierin schuilt ook gelijk een probleem dat ik heb met Wagner: hij wilde wel érg graag laten zien dat hij muziek kon maken. Van ‘Less is more’ had hij nooit gehoord.

Wagner overdreef in alles wat hij deed. Als zijn vrouw eens lief om een ontbijt op bed vroeg, zat ze ’s avonds nog steeds aan het voorgerecht van everzwijn-carpaccio met truffelolie. Als iemand zei ‘Wagner, schrijf eens een catchy liedje met een dikke beat eronder voor mijn ho’, dan kwam hij na een weekend zwoegen aanzetten met een nummer als ‘Ouverture I’, of ‘Tannhäuser und der Sängerkrieg auf Wartburg’. Overdreven pompeuze werken waar je dan gelijk een heel orkest voor op moest trommelen, of het kon überhaupt niet gespeeld worden.

Een fameus citaat van de minder fameuze collega-componist Gioacchino Rossini luidt: ‘Wagner heeft mooie momenten, maar vervelende kwartiertjes’. Als een collega al zoiets over je zegt, niet eens achter je rug om maar gewoon openbaar op Wikipedia, dan weet je het wel.

Hier een fragment uit ‘Ride of the Valkyries’, volgens velen een van Wagner’s minder slechte nummers.

Net als veel van Wagner’s andere werken moet je er echt héél goed voor gaan zitten voor je eigenlijk doorhebt waar je naar zit te luisteren. Opgaan in de muziek is voor de luisteraar kei- en keihard werken, en zelfs dan lukt het niet. Het gaat eigenlijk geen moment lekker in je hoofd zitten, laat staan dat er iets mee valt te fluiten. Telkens als je denkt een motiefje te hebben gevonden waar je je aan vast kan houden, heeft Wagner er wel een of andere debiele paukenist of tubaspeler tussen bedacht die iets doet waarvan je denkt ‘He, dat is nou zonde’. Overigens onderken ik heus dat Wagner enorm zijn best heeft gedaan tijdens het schrijven van dit werk, dat hoor je ook wel terug, maar het is allemaal gewoon net weer even té.

Conclusie
Resumerend en met een zekere mate van objectiviteit kunnen we wel stellen dat Monique Smit het op alle fronten wint van haar Duitse ‘gegenschtreber’. Waar de inspirerende Smit met vrolijke up-tempo nummers de muziek vormgeeft van zowel de huidige generatie als vele generaties die nog komen gaan, dreigt Wagner in de vergetelheid te raken, en dat is hartstikke terecht. Vraag maar eens aan de gemiddelde 13-jarige wie beter is, Smit of Wagner, en je weet genoeg.

Your email address will not be published. Required fields are marked *